Naar hoofdinhoud

Blog:

Ik werd afgerekend op mijn motivatie, enthousiasme en doorzettingsvermogen.

Totaal onverwachts verloor Fred in twee weken tijd ruim tachtig procent van zijn gezichtsvermogen. Hij bleek glaucoom te hebben, een progressieve oogziekte aan de oogzenuw. In dit blog vertelt hij over de strijd die hij moest leveren om weer aan het werk te komen. ‘Ik werd afgeserveerd door veronderstellingen, onwetendheid en ondeskundigheid.’

‘Meneer Hissink, wat mij betreft hoeft u niet meer te werken.’ De consulent werk van de participatiewet ontvouwde zijn handen, alsof hij mij iets moois aanbood. Die mededeling had ik niet verwacht. Sterker nog, ik was zeer verbaasd en besloot om direct in de aanval te gaan. Ik vertelde hem dat ik dolgraag weer aan het werk wilde en dat de participatiewet daarbij ondersteuning moest bieden. ‘Blijft u maar lekker thuis’, was zijn antwoord. Ik bespeurde een vreemd soort enthousiasme in zijn stem, alsof hij mij wilde overtuigen. Ik hield voet bij stuk en zei dat ik, koste wat kost, weer aan het werk wilde. Hij deed zijn bril af, keek mij ernstig aan en zei met een kalme stem: ‘Met maar vijftien procent zicht hoeft u van ons echt niet meer te werken.’

Lastig geval

Ik vond het maar een vreemde situatie. Door mijn oogziekte werd ik gedwongen om mijn werkzaamheden als zelfstandige te staken. Ik had geen recht op een werkloosheidsuitkering, dus moest ik bijstand aanvragen. En daar zat ik dan… Vol met goede voornemens en vastbesloten om weer lekker aan de slag te gaan. Aan de andere kant van de tafel zat een man die het begrip inclusie waarschijnlijk niet kende. Of was ik in zijn ogen een lastig geval? Moeilijk bemiddelbaar en daardoor minder interessant voor zijn scorelijst? ‘Mijn revalidatie is nog niet afgerond, maar ik wil weer aan het werk’, was mijn reactie. Onverstoorbaar liet ik erop volgen dat hij mij, op basis van de participatiewet, daarbij volledig moest ondersteunen. ‘Alleen op uw initiatief’, was zijn antwoord. Intussen begon ik ernstig te twijfelen of ik deze man wel voor mijn karretje wilde spannen. Ik deed nog een laatste poging: ‘Ik maak een plan van aanpak, een toeleiding naar werk en leg dat aan u voor’. Het was alsof zijn eerdere reactie tegen de muren van het ontvangstkamertje weerkaatste: ‘Alleen op uw initiatief’. Het was duidelijk dat ik de kar alleen moest trekken… ‘Ik wil naar aanleiding van dit gesprek graag bijzondere bijstand aanvragen’, zei ik op een ernstige toon. Eigenlijk kon ik een lach nauwelijks onderdrukken, maar de consulent had gelukkig niets door. ‘Waarvoor heeft u bijzondere bijstand nodig?’, vroeg hij verbaasd. Ik antwoordde: ‘Om geraniums te kopen. Want daar kom ik door uw opstelling straks achter te zitten!’ Hij kon mijn cynische grap niet waarderen, maar voor mij was het meer dan een grap. Het was een bittere conclusie!

Ambtelijk ijzer

Een aantal weken na het bijzondere gesprek kreeg ik een oproep van de gemeente. Ik moest mij melden voor een aantal testen en gesprekken. Op basis van de uitslagen kon men een profielschets samenstellen. Dit profiel zou de toeleiding naar werk mogelijk moeten maken. Ik had hierom gevraag, zelfs gezeurd! Alles moest toch op mijn initiatief gebeuren? Nou, dat hebben ze geweten! Na meer dan een half jaar (!) was mijn profiel gereed: ‘Een zeer goed opgeleide man met een hoog IQ en derhalve een korte afstand tot de arbeidsmarkt’. Ja, ja, in theorie een mooie conclusie, maar vergaten de werkconsulenten niet iets? Tijdens de bespreking van de profielschets meldde ik maar even dat er wel degelijk een grote afstand tot de arbeidsmarkt was. Waren ze mijn slechtziendheid vergeten? ‘Nee hoor’, was het antwoord. ‘Maar uw enthousiasme en veerkracht kunnen die afstand zeker overbruggen’. Ik dacht daar iets anders over, maar vooruit… zij waren bereid om mij te helpen. In de weken die volgden gebeurde er weinig. Na een aantal jobcoaching gesprekken was ik nog niet veel wijzer geworden. Ik moest altijd achter informatie aan en het leek wel of mijn dossier in de onderste lade van een bureau was beland. Zat ik deze ambtenaren teveel op de huid? Wilde ik ambtelijk ijzer met handen breken? Of waren ze niet gewend aan mensen die dolgraag weer aan de slag wilden?

Vrijwilligerswerk

Naast mijn gevecht met de uitvoerenden van de participatiewet, was ik ook nog revaliderende bij Bartiméus. De ergotherapeute vroeg mij op een dag om deel te nemen aan een aantal workshops. Niet als cliënt, maar als ervaringsdeskundige. Dat was het begin van een serie vrijwilligersprojecten bij Bartiméus. In deze periode werd ik ook gevraagd om zitting te nemen in de cliëntenraad van Bartiméus. Na twee maanden werd ik benoemd tot vicevoorzitter en langzamerhand kreeg mijn plan een vaste vorm. Een plan? Jazeker, een plan van aanpak… Het was mij namelijk goed duidelijk geworden dat ondersteuning bij het vinden van een baan niet van een uitkerende instantie moest komen.

Arbeidsongeschikt

In de tussentijd was ik ook nog ontboden bij het UWV. Mijn mate van arbeidsongeschiktheid moest bepaald worden en daarvoor was een gesprek met een keuringsarts nodig. Ook kwam er nog een arbeidsdeskundige aan te pas. Wederom hield ik mijn betoog, in een onderzoek dat anderhalf uur in beslag nam. Zowel de arbeidsdeskundige als de keuringsarts waren van mening dat ik een behoorlijke arbeidshandicap had. ‘Meneer Hissink, ik heb uitgebreid gesproken met mijn collega. Zelfs met de u ten dienste staande hulpmiddelen blijft het lastig om te participeren. Wij vinden dat uw visuele beperking werken niet of nauwelijks mogelijk zal maken. Uw beperking is ook een beperking voor werkgevers. Die zitten niet te wachten op struikelblokken en drempels…’ Bam! Afgeserveerd door veronderstellingen, onwetendheid en ondeskundigheid. ‘Ziet u wat ik zie?’ was mijn reactie. Ik probeerde de arts duidelijk te maken dat alleen ik kon inschatten wat mogelijk was en wat niet. Helaas haalde mijn pleidooi ook hier niets uit. Opnieuw werd ik afgerekend op mijn motivatie, enthousiasme en doorzettingsvermogen. De arts hing er ook een labeltje aan: ‘tachtig tot honderd procent arbeidsongeschikt’.

Op eigen kracht

Terug naar mijn plan van aanpak, want dat had ik inmiddels gereed. Ik revalideerde onder begeleiding van het Bartiméus-team Arnhem. Als ervaringsdeskundige werd ik betrokken bij diverse workshops, bijeenkomsten en gesprekken. Ik kreeg een duidelijk beeld van de organisatie en leerde veel mensen kennen. Eigenlijk precies zoals ik het had bedacht. Het was tijd voor de volgende stap en die kon ik, geheel onverwacht, al heel snel nemen. De bestuursvoorzitter van Bartiméus nodigde mij uit voor een kennismakingsgesprek. Dit had te maken met mijn aanstelling als vicevoorzitter van de cliëntenraad. Na het eerste kopje koffie besloot ik om even van onderwerp te veranderen: ‘Ik wil deze gelegenheid graag aangrijpen om te solliciteren’, zei ik vastberaden. ‘Dat is een inventieve binnenkomer’, was de reactie van de bestuursvoorzitter. In de weken daarna voerde ik een aantal gesprekken met managers en afdelingshoofden.

Van stage naar baan

In deze periode werd ik uitgenodigd door de directeur van het Bartiméus Fonds. Ik had mij volledig gericht op Bartiméus en had eigenlijk niet gedacht aan het Bartiméus Fonds. Het is een zelfstandige organisatie die het werk van Bartiméus ondersteunt, maar ook een eigen programmalijn heeft. Ook ondersteunt het Bartiméus Fonds innovatieve initiatieven van derden. Er werd mij een stageplaats aangeboden. Die greep ik met beide handen aan, want ik was al wel even uit het arbeidsproces. Een stageplaats zou dus een welkome opfrisser kunnen zijn. Na twee weken werd mij gevraagd of ik wilde solliciteren. De functie van voorlichter/fondsenwerver kwam vrij en men vond het een functie voor mij. En aldus geschiedde…

Geen uniek verhaal

Mijn verhaal is helaas niet uniek. Heel veel werkzoekenden met een visuele beperking hebben soortgelijke ervaringen. De overheid heeft met werkgevers- en werknemersorganisaties de zogeheten banenafspraak gemaakt. Een afspraak die garantiebanen moet opleveren voor kwetsbare doelgroepen. In deze afspraak is ook vastgelegd dat iedereen uit de doelgroep onder de participatiewet valt. Schijnbaar is lang niet iedere werkgever of uitvoerder van de participatiewet hiervan op de hoogte… En dan is er nog de intrinsieke bereidwilligheid om iemand met een arbeidshandicap verder te helpen. Want wat is er nu mooier dan een zeer gemotiveerde werkzoekende aan een baan te helpen. Iemand die zegt: ‘Mijn visuele beperking staat werken niet in de weg. Geef mij een goede werkplek en ik zorg voor de rest’.

Lees ook …

Lees ook Freds laatste blog over digitale media: hoe deze voor hem ineens ontoegankelijk werden, hoe moeilijk hij het daar mee had én hoe slimme technologie het verschil maakt. Maar ook dat er nog een wereld te winnen is. Volg ons op Facebook, Twitter of LinkedIn, dan weet je direct wanneer er nieuwe blogs online komen.

Wie is Fred?

Totaal onverwachts verloor Fred in twee weken tijd ruim tachtig procent van zijn gezichtsvermogen. Hij bleek glaucoom te hebben, een progressieve oogziekte aan de oogzenuw. Na een intensieve revalidatie bij Bartiméus heeft hij nu zijn leven weer aardig op de rit. Hij is zelfs weer aan het werk, als fondsenwerver en voorlichter bij het Bartiméus Fonds. Fred is 26 jaar getrouwd met Atie. Samen hebben zij één kind.