Bartiméus in het kort | Het Autopoetsbedrijf

‘Deze is ranzig!’

Harry is slechtziend en werkt al meer dan 30 jaar in het autopoetsbedrijf van dagbesteding Werkplaats Boschwijk. Hij maakt de auto’s blinkend schoon. Begeleider Marco houdt ondertussen alles in de gaten.

De dag in het autopoetsbedrijf start met het verdelen van de verschillende klussen. Een taak die Harry op zich neemt. Naast Harry zijn er deze dag nog zeven medewerkers druk aan de slag. Wie gaat er afspuiten, stofzuigen, ramen zemen en de auto’s in de wax zetten? Als duidelijk is wie wat gaat doen, gaat iedereen van start. Harry: ‘Ik vind auto’s leuk en ik vind het fijn als ze weer schoon zijn. Op maandag is het autopoetsbedrijf gesloten, maar ik mocht hier deze week op maandag de auto van mijn moeder poetsen. Heerlijk vond ik dat!’

Toeteren

Het autopoetsbedrijf bestaat uit twee ruimtes. Als de auto van de ene naar de andere ruimte wordt gereden, wordt er eerst flink getoeterd. Zo weet iedereen, ook de medewerkers van de houtbewerking ernaast, dat ze moeten opletten. Marco werkte hiervoor in de woningen van Bartiméus, nu sinds zeven jaar bij Werkplaats Boschwijk. Vooral als hoofd van de bakkerij, maar soms in het autopoetsbedrijf. ‘Ik vind het werk hier iets dynamischer dan in de woningen, er gebeurt van alles op een dag. De medewerkers zijn heel verschillend. De een zeemt een raam, een ander doet alle werkzaamheden volledig zelfstandig. En de sfeer is hier fijn, we hebben veel plezier. Ik controleer of de auto’s goed schoon zijn. Mijn dag is geslaagd als alle medewerkers met plezier hun werk hebben gedaan.’

Trots

Begeleidster Yvonne werkt sinds twee jaar bij Boschwijk. Vandaag in de papiermakerij, maar ook regelmatig in het autopoetsbedrijf. ‘Sommige medewerkers kunnen voelen hoe vies een auto is. ‘Deze is ranzig!’, roepen ze dan. Ik vind het mooi dat we er dan samen voor zorgen dat de auto’s weer schoon de weg op gaan. Iedereen is hierin een belangrijke schakel. Medewerkers zijn er trots op als klanten hen een compliment geven. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen.’