Lichaamsverhalen in het Rijksmuseum
Je hebt een beperking, maar toch zie je in kunstcollecties zelden iemand die op je lijkt. Daar wil het Rijksmuseum in Amsterdam verandering in brengen. Kunsthistoricus Marte Sophie Meessen startte een onderzoek om de verhalen rondom lichamelijke diversiteit in de collectie te vergroten en te verankeren. Haar project is mede mogelijk gemaakt met de steun van het Bartiméus Fonds.
Marte Sophie: ‘Het Rijksmuseum onderzoekt de verbanden tussen kunst, geschiedenis en de maatschappij. Daarbij horen ook verhalen over diversiteit, waaronder die van mensen met een (visuele) beperking. Deze verhalen dragen bij aan bewustwording en onderlinge verbinding tussen mensen. Als bezoekers zichzelf in onze collectie kunnen herkennen, zijn we pas echt inclusief.’
Erkenning
Hoe belangrijk dat is vertelt Mari Sanders, regisseur en rolstoelgebruiker. ‘Toen ik op een speciale school zat hoorde ik in de geschiedenisles altijd dat mensen met een handicap in de middeleeuwen niet bestonden. Al bij hun geboorte werden zij vaak in een put gegooid. Pas op heel late leeftijd kwam ik erachter dat er in de kunst – vaker dan ik dacht – mensen met een beperking werden gerepresenteerd uit alle lagen van de samenleving door de geschiedenis heen. En dat er ook in het verleden kunst werd gemaakt door mensen met een beperking. Had ik dat toen maar eerder geweten! Dat had veel voor mijn zelfwaarde kunnen doen.’
Een miljoen kunstobjecten
Het Rijksmuseum heeft in totaal meer dan een miljoen objecten. Slechts een klein deel daarvan is in het museum te zien, de rest is online te bewonderen. Marte Sophie: ‘Ik onderzoek waar en hoe mensen met lichamelijke en mentale beperkingen in de collectie voorkomen. Als kunstenaar en hoe ze worden afgebeeld. Deze informatie deel ik met collega’s, zodat zij een goed beeld krijgen welke verhalen ze in het museum kunnen uitlichten. Ook kan ik meedenken over de tekst op de bordjes die naast een kunstwerk hangen. Welke termen passen het beste, welke zijn verouderd en hoe kijken we daar nu naar?’
Woordkeuze
Marte Sophie: ‘Het is interessant om te zien hoe taalgebruik ontwikkelingen doormaakt. Bepaalde woorden zijn inmiddels verouderd of worden als beledigend ervaren. Een voorbeeld: vroeger noemde men iemand die moeilijk of niet kon lopen ‘kreupel’. Dat woord gebruiken we nu niet meer. We gebruiken nu bijvoorbeeld ‘fysieke beperking’ of ‘persoon op krukken’. Door hier informatie over te verzamelen werkt het Rijksmuseum aan kennis en beeldvorming over hoe er in andere tijden tegen een beperking werd aangekeken.’
Blindengeleidehond
‘Rembrandt was bijvoorbeeld een kunstenaar die echte mensen in het dagelijks leven verbeeldde. In één van zijn etsen verbeeldde hij een blinde violist met een aangelijnde hond. Of dit een getrainde geleidehond was of gewoon een trouwe metgezel is de vraag. Maar deze hond is door Rembrandt waargenomen en vastgelegd. Hierdoor krijgen we een beter beeld van het leven van blinde en slechtziende mensen in de samenleving van toen. Dit historisch besef en de presentatie hiervan in de collectie is een vorm van herkenning en erkenning en daarom zo waardevol.’
Het Rijksmuseum gaat over iedereen
Marte Sophie: ‘Het is niet alleen van belang voor bezoekers met een beperking dat ze zich vertegenwoordigd voelen in ons museum. Iedereen kan hier van leren. Menselijke diversiteit is een realiteit, zowel vroeger als nu. We moeten energie blijven steken in het respectvol normaliseren van verschillen. Mijn opdracht loopt tot september 2027. Ik wil hiermee de basis leggen voor het integreren van verhalen over diversiteit in de museale presentaties, nu en in de toekomst.’
Projectsamenvatting
Project: Representatie in de collectie/Lichaamsverhalen
Aanvrager: Rijksmuseum in Amsterdam
Looptijd: september 2024 – september 2027