
Buurtsportcoaches
Blinde en slechtziende mensen sporten veel minder dan mensen zonder een visuele beperking. Slechts drie van de tien mensen met een visuele beperking (12 jaar en ouder) sport wekelijks. Van de mensen zonder een visuele beperking sport ruim de helft elke week. Dit komt o.a. doordat reguliere sportverenigingen weinig kennis hebben over sporten met een visuele beperking. Het project Buurtsportcoaches wil hier verandering in brengen door buurtsportcoaches te scholen in het begeleiden van sporters met een visuele beperking.
Extra drempel
Frans van Nie is programmamanager Sport en Bewegen bij het Bartiméus Fonds. ‘Als je een visuele beperking hebt is het lastig om te gaan sporten. Want je weet meestal niet wat de mogelijkheden zijn en bij reguliere sportverenigingen weten ze vaak niet hoe ze een slechtziende of blinde sporter het beste kunnen begeleiden. Bovendien zijn heel veel sportverenigingen slecht met het openbaar vervoer te bereiken, dus dat is een extra drempel.’
Buurtsportcoach als verbindende schakel
In Nederland zijn er ongeveer 5.800 buurtsportcoaches. Zij hebben regelmatig contact met sportverenigingen en sporters en ze weten wat de sport- en beweegmogelijkheden in hun gemeente zijn. Zij kunnen dus heel goed een verbindende rol spelen tussen de sportvereniging en de visueel beperkte sporter. Maar dan moeten ze wél weten wat mensen met een visuele beperking nodig hebben en hoe ze hen het beste op weg kunnen helpen.
Kennis vergroten
Daarom is het project Deskundigheidsbevordering Buurtsportcoaches gestart, dat mede mogelijk is gemaakt door het Bartiméus Fonds. Dit project is een initiatief van Zichtbaar Sportief, een samenwerkingsverband tussen Bartiméus, Koninklijke Visio, De Oogvereniging, Gehandicaptensport Nederland en NOC*NSF. Frans: ‘Doel van dit project is dat buurtsportcoaches hun kennis vergroten over mensen met een visuele beperking en wat zij nodig hebben om te sporten. Zij kunnen dan veel beter de schakel zijn tussen de sporter en een sportvereniging en zo het contact leggen. Ook kunnen ze de koudwatervrees bij clubs wegnemen door informatie te geven over wat een sporter met een visuele beperking nodig heeft.’
E-learning
Om hun kennis en vaardigheden te vergroten is voor de buurtsportcoaches een e-learning ontwikkeld. Jantine van der Vlist van Gehandicaptensport Nederland was hierbij nauw betrokken. Jantine: ‘De e-learning geeft de coaches informatie over verschillende soorten visuele beperkingen en welke invloed deze op het sporten hebben. Ook leren ze hoe ze een intakegesprek met de sporter kunnen voeren en hoe ze de sporter het beste kunnen begeleiden naar een passende sport. Verder geeft de e-learning basistips voor trainers, bijvoorbeeld hoe je het beste instructies kunt geven aan kinderen die slecht zien of blind zijn.’ Een pilotgroep van buurtsportcoaches heeft feedback gegeven op de e-learning. Ook de input van ervaringsdeskundigen is gebruikt om de e-learning verder te verbeteren.
De e-learning is landelijk beschikbaar en aan te vragen via Gehandicaptensport Nederland.
Trainingsdag
Na de e-learning volgden de buurtsportcoaches uit de pilotgroep een trainingsdag. Martijn Vos van Koninklijke Visio en Marleen Kalle van Bartiméus – beiden sportdocent – begeleidden deze dagen. Martijn: ‘We begonnen met een aantal oefeningen waarbij de coaches gingen ervaren hoe het is om slecht te zien. Ze kregen een bril op die kokervisus simuleert en gingen dan samen bijvoorbeeld een balspel spelen. Vervolgens hadden we het over verschillende soorten visuele beperkingen en hoe je de sporter het beste kunt benaderen. Waar ga je tijdens de training bijvoorbeeld staan als je weet dat die persoon kokervisus heeft? Ook oefenden we een intakegesprek met een sporter, welke vragen ga je stellen? En tot slot kregen de coaches informatie over verschillende hulpmiddelen die ze kunnen gebruiken, zoals felgekleurde pionnen en hesjes of een bal in een opvallende kleur.’
Reacties van buurtsportcoaches
“Elke buurtsportcoach zou deze e-learning moeten volgen. Je weet nooit wanneer je met een sporter met een visuele beperking te maken krijgt. Met deze kennis voel je je beter voorbereid en heb je meer vertrouwen.”
“Ik vond het meest waardevol aan de training om te ervaren waar mensen met een visuele beperking tegenaanlopen en welke drempels zij ervaren. Maar ook hoeveel wij voor vanzelfsprekend aannemen in ons dagelijks leven.”
“Ik wil graag in contact gaan komen met deze doelgroep om te onderzoeken of zij willen sporten en waar dit zou kunnen. Ik voel nu wel comfortabeler om met hen het gesprek aan te gaan dan voor de training.”